Meer vragen kan ik niet
Meer-vragen-kan-ik-niet

Meer vragen kan ik niet

Ik ben ziek.

Ik heb me lief,
‘k Heb me lief
Ik heb dit lichaam lief

Vrij vertaald naar Boeijen/ List Heb me lief door Annebet

Het was een onbekende weg
Zes maart, op vrijdagavond, ging ik uit eten met mijn zoon in zijn studentenstad. We hadden het heerlijk samen. Na de grappige en levendige verhalen van zijn studentenleven, vroeg hij steeds meer naar mijn werk als psychosociaal therapeut. “Met wie werk je dan precies en waarom weet je daar zoveel van. Hoe help je je cliënten en hoe weet je dat je wat bijdraagt.”
Ik was ontroerd door zijn vragen en oprechte interesse. Ik vertelde hem dat ik met mijn eigen ervaringen uit mijn jeugd en mijn zoektocht naar het licht, in mijn volwassen leven, veel mensen mag inspireren en hoop geven. “Ik zeg het je om je te laten weten dat er altijd een weg is in het leven. Ook al is het om je heen soms gitzwart, je vindt een weg. Hoe eenzaam die ook lijkt, je bent niet alleen. Er is altijd wel iemand die zijn hand uitsteekt die je dan vast mag houden, als je dat durft. Iemand die naast je zit als je het echt niet meer weet. Ik wil dat je weet dat ik een krachtige vrouw ben, dat ik van het leven kan genieten. Zoals vanavond hier met jou, samen met een biertje. Ik hou zoveel van jou.”
We geven elkaar een stevige omhelzing, ik ga naar de trein en hij naar het terras, naar zijn vrienden. Ik ben zo dankbaar dat dat we even zo dicht bij elkaar waren. Dat hij zo liefdevol luisterde en ik zijn liefde kan voelen. Wat een kanjer. Ik voel me een gezegend mens, dankbaar dat dit mijn leven is.

“Ik zeg het je om je te laten weten dat er altijd een weg is in het leven. Ook al is het om je heen soms gitzwart, je vindt een weg. Hoe eenzaam die ook lijkt, je bent niet alleen.”

Na het licht, op zoek in het donker
Het is dinsdagavond, 17 maart. Ik loop een klein rondje met mijn buurvrouw, een rij auto’s tussen ons in. Op veilige afstand, vertelde ze dat haar zoon net uit Italië was thuisgekomen. Ik schrok en zei: “het spijt me maar het lijkt me beter dat we nu niet samen zijn.’
Achteraf was ik gevaarlijker voor haar dan zij voor mij.

Na thuiskomst doe ik met mijn dochter en mijn man een spelletje Rummikub. Lang geleden dat we zomaar door de week een spelletje deden. We genoten ervan en maakte grapjes dat dit wel het dieptepunt is in mijn puberdochters leven: een spelletje met je ouders doen. Ineens, heel snel, krijg ik overal spierpijn en pijn in mijn rug. Op zoek naar een thermometer, natuurlijk nergens te vinden. En dan: 37.9 verhoging. Ik schrik! Het zal toch niet waar zijn? Ik durf er niet aan te denken, ben bang dat ik Het heb, en val verkrampt in slaap.

Minuten en uren en ochtenden, middagen en avonden lig ik in mijn bed. Twee weken koorts, benauwd en hoesten. De koorts gaat van hoog naar laag en weer naar hoog. Elke keer als ik de temperatuur opneem ben ik bang dat het weer hoger zal zijn.
Ondertussen komen de beelden van de wereld om mij heen mijn slaapkamer binnen. Ernstig zieke mensen die liggen te stikken in de ziekenhuizen, doden. Ook jongere mensen en zelfs een meisje van 16 jaar sterft in Parijs. Vooral nu ik ziek ben groeit de machteloosheid en de angst. Ik ben zo bang dat ik niet genoeg adem zal hebben. Gedachten als: “heb ik het virus? Word ik straks opgehaald door een ambulance met mensen in plastic pakken en moet ik dan op mijn buik in het ziekenhuis liggen? Overleef ik dit wel? ….. “
Iemand appt: ik hoop dat je longen het volhouden. Oh jee, daar had ik zelf nog niet aan gedacht. Zou het kunnen dat ze het niet volhouden? Wat bedoelt ze precies?
Elke dag weer koorts, en steeds benauwder. Voel me heel oud en heb geen energie. Hoesten.

Gedachten als: “heb ik het virus? Word ik straks opgehaald door een ambulance met mensen in plastic pakken en moet ik dan op mijn buik in het ziekenhuis liggen? Overleef ik dit wel? ….. “

Dan weer angstige uren in bed: ineens in de avond heb ik 39.1. Ik schrik en durf het nog niet meteen aan mijn man te vertellen. Neem paracetamol en ga heel rustig in mijn bed liggen. Gelukkig daalt de koorts weer.
Ik krijg die avond een appje van een vriendin:
“Gaat het alweer beter?” Oh jee, het moet alweer beter gaan.
En:
“Heb je nou Corona of griep?” Ik schrik erg van deze vraag. Ik durf het nog niet eens te denken dat ik het eventueel zou kunnen hebben. Ik weet het niet.
Ik schrijf haar dat ik heel erg hoop op beter worden.
Zij appt: “Je wordt zeker beter.” Oh jee, stel ik me aan? Haar woorden stellen me niet gerust, of is ze nu zelf gerustgesteld? Het is verwarrend dat mensen je een hart onder de riem willen steken door te impliceren dat het wel meevalt. Bij mij tikt dat mijn eenzaamheid aan en mijn oude overtuigingen dat ik maar een aansteller ben. En dat is van mij. Helemaal, honderd procent. Dat is de strijd van mijn leven: het kleine zusje dat overdrijft.
Ik app met een wijze vriend en vraag hem hoe ik mijn oordeel naar de mensen los kan laten, dat ik zoveel donkere gedachten heb. Hij schrijft me terug: mooie vraag hoe je milder voor jezelf kan zijn in deze tijd. Eerst word ik weer bozig: snapt hij me niet? Dan ontwaak ik langzaam een beetje uit mijn overlevingsstructuren. Ik voel liefde voor de mensen die de moeite nemen om mij berichtjes te sturen, om mij boeken en soep te brengen. Er staan bossen bloemen in mijn kamer. Een telefoon vol met lieve appjes.
Mijn schoonzus stuurt me elke dag een foto gemaakt van de bomen in haar tuin. Ik zie hoe zorgvuldig ze het beeld kiest voor mij. Met zoveel liefde.
Een lieve vriend stuurt me elke ochtend een berichtje dat de zon schijnt en dat hij aan me denkt. In een vriendinnengroepje houden we elkaar op de hoogte van hoe het gaat en soms maken we grappen en dat is ook erg fijn. Allemaal bezorgd.
Collega’s leven mee, we delen onze ervaringen. Ieder zijn eigen verhaal. Cliënten die ik met pijn in mijn hart af moet zeggen schrijven hele lieve woorden. Ik ben een gezegend mens!

“Speelt hier goed en kwaad? Is het mijn schuld? Ik voel me als ik niet uitkijk een enorme mislukkeling. Verdwijn in mijn slachtofferrol.”

Bevrijd mij van dat gevoel van schuld
Het is voor mij een klus om uit alle oordelen naar mezelf te blijven.
“Waarom heb ik dit nou?”
“Wat heb ik fout gedaan.”
“Waarom krijg ik het en zoveel andere niet.”
“ Wat een loser ben ik ook.”
De vele filmpjes die voorbij komen helpen me niet. Er wordt in allerlei woorden vertelt dat je ziek wordt als je te veel stress hebt, dat je immuunsysteem niet goed functioneert, dat het coronavirus een zege is voor de wereld en dat het virus zoveel positieve dingen brengt. Allemaal boodschappen die keihard aankomen als je ziek bent.
Jaloezie: waarom ik heb ik dit? Wat heb ik gedaan? Waarom? Waar is God? Wie bepaald wie het krijgt? Ik leef zo gezond en ik sport? En ik dien zoveel mensen in hun processen?
Speelt hier goed en kwaad? Is het mijn schuld? Ik voel me als ik niet uitkijk een enorme mislukkeling. Verdwijn in mijn slachtofferrol.  Ik denk dat nu ik ziek ben ik mijn oude overlevingspatronen leef. Slachtofferrol die ken ik wel. En het bizarre in deze tijd is dat de mensen om mij heen dat ook doen. Iedereen is bang voor wat er gaat komen.

Beneden hoor ik de boosheid en de tranen van mijn dochter. Zij doet eindexamen VWO dit jaar. Eerst is er een mail dat het derde tijdvak niet doorgaat, daarna het bericht dat juist dit wel doorgaat maar het centraal examen niet doorgaat. Ze verheugt zich al járen op de reis naar Cherso met haar klasgenoten en ziet deze reis nu in het water vallen. En omdat ik ziek ben mag zij ook niet naar buiten en niet met andere afspreken. Ik wil haar troosten maar ik mag mijn kamer niet uit en we hebben afgesproken dat we ook in huis anderhalve meter afstand houden. Kan haar daarom niet knuffelen. Gelukkig is mijn man een schat en troost haar. Spreekt alles met haar door. Maakt lekker eten voor ons klaar. Hoort alle ziekteverhalen van mij aan en heeft ondertussen zijn kantoor verhuisd van Uithoorn naar onze eetkamertafel.

Ik bel met de huisarts, en die is erg vriendelijk. Ik voel me schuldig hem te storen in deze drukke tijd met een overlopende praktijk. We hebben elke dag contact en dat heeft me zo goed gedaan. “Dokter is het normaal dat ik al 10 dagen koorts heb en dat ik zo benauwd ben? “Ja dat is normaal in deze tijd. Ik geef je een goeie puffer en medicijnen. Bel me morgen weer.” Neem wel de juiste maatregelen en isoleer je zoveel mogelijk van de rest van je gezin, de kans is groot dat je corona hebt.
“Dank u wel dokter, sorry dat ik u stoor maar er gebeurt zoveel om ons heen en dat maakt me bang.” “Dat begrijp ik heel goed, en het is goed dat je belt.” Hij hoort vast de tranen in mijn stem en stelt me met deze paar woorden gerust en heet mij welkom met mijn klachten.
Ik mag hem een paar dagen achter elkaar elke dag bellen. 

“Heb me lief”
Vanuit ervaring: wees lief voor iemand die ziek is, ook al is iemand die ziek is zelf niet zo lief. Ook al word je helemaal gestoord van het gezeik dag na dag dat het niet beter is, dat het heus niet snel over zal gaan. Dat de zieke bang is, en verdrietig. Probeer je hart te openen voor iemand die ziek is. Die het allemaal niet overziet en bezig is met overleven. Ziek zijn is een eenzaam en angstig proces, versterkt door wat er zich op dit moment in de wereld afspeelt. Elke dag ben ik zo blij met een appje, een kaartje, een soepje, een uitgeleend boek of een bloemetje.

Laat een vriend, vriendin, familielid, collega vooral voelen dat je om ze geeft of van ze houdt. Dat heeft me het meest geraakt. Ziekte isoleert, nu letterlijk. Ziekte is een eenzaam en angstig proces.

“Ik hoop dat ik, als ik weer beter ben, nog weer milder kan zijn naar de mensen om mij heen. Hun angst en onmacht kan zien zonder daar een oordeel over te hebben.”

Ik heb jullie zo lief! Het is voor mij elke dag een wonder dat ik niet alleen ben. Dat er zoveel liefde is, meer dan genoeg als ik het kan voelen. Als ik me er niet voor afsluit.
Ik denk aan een spreuk op een standbeeld in Den Haag: Eenzaam maar niet alleen.
Ik hoop dat ik, als ik weer beter ben, nog weer milder kan zijn naar de mensen om mij heen. Hun angst en onmacht kan zien zonder daar een oordeel over te hebben. Mezelf kan omarmen, en zeggen: Ik doe wat ik kan. Ieder mens doet wat hij kan en geeft wat hij kan.
Ik ben dankbaar dat het nu wat beter met me gaat, mijn longontsteking geneest. Dat er weer en horizon is waar de zon op mij wacht. Dat ik vrijuit kan ademen en ik verheug me erop om me in te zetten om andere te steunen. Met een hele berg aan nieuwe ervaringen over ziek- zijn. Straks kan ik weer meedoen!

Zijn we samen niet sterker dan alles wat ons bedreigt?
Ik denk nog even terug aan mijn eigen woorden aan mijn zoon. En ook aan dat ik ervaar: het is heel lastig hierop te vertrouwen als het moeilijk wordt. Wanneer je lijf pijn doet en je angstig en benauwd wordt.
Ik zeg het je, om je te laten weten dat er altijd een weg is in het leven. Ook al is die soms gitzwart maar je vindt een weg. Hoe eenzaam die ook lijkt, je bent niet alleen. Er is altijd wel iemand die zijn hand uitsteekt, die je mag vasthouden als je dat durft.
“Ik wil dat je weet dat ik een krachtige vrouw ben, dat ik van het leven kan genieten. “
Ik ben een gezegend mens!

Annebet Nolen 

Over mij

Ik wil graag jouw klachten, moeilijkheden en levensvragen op een kernachtige manier behandelen. Soms met woorden, soms zonder woorden. Soms met intuïtie als raadgever. Als psychosociaal therapeute heb ik de middelen en ruime ervaring om op een persoonlijke, doelgerichte en betrokken manier te helpen. Met humor, soms confronterend, soms lichamelijk en altijd op een weg van verandering.

Aangesloten-bij-logos