De therapeut als helende bron
Interview door Hester van Marwijk Kooy
Leestijd 8 minuten
Traumatherapie is openen waar het pijn doet
Het begeleiden na trauma en levensingrijpende gebeurtenissen vormt een groot deel van mijn praktijk. Hierin ben ik gespecialiseerd. Ik werk vanuit mijn eigen benadering van bevrijding van trauma. In mijn praktijk merk ik keer op keer dat er heel veel liefde nodig is om te kunnen helen van grote trauma’s. Er is een Engels gezegde: it takes a village to grow a child. Dat geldt helemaal voor het helen van trauma. Levensingrijpende gebeurtenissen in het verleden zoals verlies van een geliefde, ziekte, misbruik en geweld grijpen in op je functioneren in het hier en nu. Verlies hoeft niet traumatisch te zijn, maar kan dat zeker wel zijn. Soms gaat verlies samen met trauma, zoals bij suïcide of ongelukken waardoor de schokkende gebeurtenis in de weg staat van het kunnen rouwen. Bij een groot verlies vallen veel mechanismen van hoe je met jezelf hebt leren omgaan weg. Ze gaan tegenwerken als het verdriet zo groot is. Dan moet je leren om je tot die pijn te verhouden. Bij trauma wordt de pijn, die het gevolg is van een ingrijpende gebeurtenis, onderdrukt. De pijn is te groot, je sluit je er onbewust van af. Daarom is het een jarenlang proces om vanuit die afgeslotenheid te komen naar een leven waarin je je vanuit autonomie in vrijheid kan verbinden, met plezier, humor en vitaliteit. Daarover gaat therapie. De weg naar binnen gaat langs heel veel doornen en distels. Omdat ik die weg steeds verken in mezelf, kan ik mij heel goed verbinden met mijn cliënten en hen op een liefdevolle en veilige, maar ook stevige en zeer betrokken manier bij deze pijnlijke weg naar binnen begeleiden. Om die onder ogen te kunnen zien is heel veel begrip en steun en compassie nodig. Werkelijk contact met je therapeut, waar niets wordt uitgesloten, is de belangrijkste helende factor. Zonder oordeel, vanuit gelijkwaardigheid en vanuit een diepe erkenning van het trauma. Dit wordt zo onderschat. De therapie is een leerplek. Steeds motiveer ik mensen om de verbinding met de pijnlijke ervaringen in hun leven te maken. Er vervolgens in te kunnen ontspannen en er anders en met compassie naar te kunnen kijken.
Traumatherapeut Annebet Nolen:
“Het openleggen van de pijn en de verbinding daarmee en met je therapeut brengt je van een staat van overleven naar leven in autonomie en vrijheid. Daar is een bedding voor nodig van veiligheid, openheid, compassie en erkenning van de gelijkheid met de mens die ik begeleid. In deze liefde zit mijn kracht.”
De therapeut als helende bron
Ik werk niet vanuit een ziektebeeld. Als iemand een symptoom laat zien ga ik kijken naar waar de levensenergie niet volop kan stromen. Ik kijk naar wie iemand in wezen is, en werk door contact te maken met de gezonde kern. Het gaat eigenlijk om het bevrijden van die gezonde kern. De therapeut is daarbij de helende bron.
Als mensen binnenkomen richt ik mij allereerst op contact maken. Je komt er snel achter wat hun leefwereld is, en daarbij speelt ook de vraag ‘hoe ervaar ik deze mens eigenlijk?’. Als je daar aandacht voor hebt zie je al gauw wat er speelt. De basis van mijn werk is vertrouwen en de verbinding met mijn cliënt. Als dat er niet is dan verwijs ik door. Soms kunnen mensen zo verdwenen zijn in hun pathologie dat ze niet meer in het hier en nu kunnen zijn. Waar het dus om gaat is dat je een veilige bedding creëert voor je cliënt en dat je wezenlijk contact met hem of haar maakt. Je hebt daarin de leiding maar je ziet de mens tegenover je wel als een gelijke. Alleen dan kan je tot die diepe kern komen.
Adaptaties
Een ander aspect waar ik mee werk is dat je de aanpassingen die je in je kindertijd hebt ontwikkeld om liefde en erkenning te krijgen en om het systeem in stand te houden één op één herhaalt in je volwassen leven. Daar heb ik ook inmiddels zo’n 15 jaar op gestudeerd. Je ziet dat in elk klein ding terug, hoe je vanuit het systeem waar je vandaan komt hebt geleerd om te overleven of te leven, vanuit de noodzaak om het systeem in stand te houden. Zonder systeem was je verloren.
In mijn executive coaching praktijk werk ik daar veel mee. Er is altijd overdracht van patronen uit het verleden die zich herhalen in het heden. Dat betekent dat alles wat mensen geleerd hebben in hun gezin van herkomst weer in hun eigen zelf gekozen gezin herhalen, en het functioneren op het werk ook weer bepaalt. De medewerkers en de leidinggevende representeren als het ware het gezin van vroeger. Daar is altijd ook weer een soort vader of moeder waar je op reageert vanuit je oude patronen. Die blijven zich herhalen, ook in het werk. Ik zal altijd vragen: ‘waar heb je geleerd om het zo te doen?’. Daar kunnen we samen naar kijken. Mensen gaan bijvoorbeeld vechten en strijden, of juist ontwijken of pleasen. Die patronen waren toen functioneel, maar nu niet meer. En dat doet dan van alles met je. Dat gaat irriteren en daar krijg je last van. Ik begeleid veel mensen die verantwoordelijk zijn voor grote afdelingen, bijvoorbeeld bij ministeries, ziekenhuizen, banken en advocatenkantoren. Zo’n leidinggevende plek is vaak een eenzame plek. Je kan geen bondjes sluiten met de mensen die voor je werken. Dat gaat niet, want je bent leidinggevende. Dus dan komen ze bij mij. Want je wordt als leidinggevende voortdurend uitgedaagd op allerlei gebieden die raken aan je eigen verhaal. Een leidinggevende plek wordt een helende plek als je je kwetsuren durft toe te laten en leert werkelijk contact te maken. Ook met de donkere schaduwkanten in jezelf. De cliënt heeft zijn klus en ik heb mijn klus. We werken vanuit gelijkwaardigheid.
In de executive coaching is het net als bij traumatherapie belangrijk om een veilige plek te maken waar je kwetsbaar kan zijn. Dan kan je een opening maken om te reflecteren op wat er in de organisatie gebeurt en wat jouw rol daarin is. Soms gebeuren er ook hele ingrijpende dingen in organisaties zoals sterfgevallen of onveilige situaties. Ik begeleid de leidinggevende bij de stappen die genomen kunnen worden rondom rouw en verlies en ik begeleid ze bij het persoonlijke stuk dat aangeraakt wordt. Als een steun in de rug.
Theoretische kaders en technieken
Ik stel mijn diagnose door te kijken hoe deze mens met wie ik werk met zichzelf omgaat en met de druk die hij of zij ervaart. In het intakegesprek stel ik mijn diagnose. Die is gebaseerd op iemands karakterstructuur en welke adaptaties een rol spelen. Deze worden bepaald door hoe we ons hebben verhouden tot de liefde die er was in het systeem van herkomst. Deze aanpassingen ontstaan dus in de vroege kinderjaren. Er zijn drie adaptaties die een rol spelen. Je hebt de psychotische adaptatie, dat is vluchten uit de werkelijkheid uit angst voor gevaar. Deze mens heeft veel gevaar ontmoet in zijn leven en heeft de overtuiging ‘liefde is gevaarlijk’. Die zal steeds in een soort overleving gevaar zien en overalert zijn. Dan heb je de neurotische adaptatie. Deze ontstaat uit de overtuiging ‘liefde is voorwaardelijk’. Dat je alleen liefde krijgt als je aan allerlei voorwaarden voldoet. In de neurotische adaptatie ontwikkelen we somberheid en in het ergste geval depressie. Dat komt doordat we allerlei zware eisen aan onszelf opleggen. De derde is de sociopatische adaptatie. Deze uit zich in het opzoeken van de strijd als gevolg van het gevoel ‘liefde bestaat niet’. Dat zijn vaak mensen die neerkijken op de rest, die denken alles beter te weten. Ze ontwijken daarmee het werkelijke contact. Ze voelen zich net iets groter dan de rest en delen tikken uit. Ze voeren een strijd met het bestaan.
De neurotische adaptatie kom ik het meeste tegen in mijn praktijk omdat dat mensen zijn die het idee hebben dat ze aan allerlei eisen moeten voldoen die de buitenwereld en zijzelf aan ze opleggen, waardoor er weinig ruimte is voor hun eigen levensenergie. Dat komt bij de ambitieuze mensen die ik krijg in mijn executive coaching praktijk ook veel voor. Maar we herkennen onszelf eigenlijk wel in alle drie. We kunnen allemaal vluchten, vechten en bevriezen. Het is van belang te onderzoeken welke aanpassing heeft gemaakt dat we vastlopen.
Ik werk veel vanuit deze diagnostische theorie van drie adaptaties van Piet Weisfelt en vanuit de Transactionele Analyse waarbij veel aandacht is voor wat er gebeurt in het contact tussen mensen, en voor de boodschappen van vroeger zoals ‘voel niet’ of ‘wees sterk’ of ‘laat je niet kennen’. Daarnaast werk ik ook met de opstellingen uit het systemisch werk. Door mezelf te verplaatsen in het innerlijke beeld van de mens die ik begeleid kan ik me verhouden tot de verschillende delen van deze mens en deze opstellen in de ruimte. Je kan daarbij jezelf inzetten of objecten zoals poppetjes of kussens, of je kan gebruik maken van matjes om plekken die mensen innemen te markeren.
Door alle inzichten die dit oplevert vindt de mens een antwoord op zijn vraag. Daarnaast gebruik ik ook technieken als EMDR en Brainspotting. Brainspotting is een bijzonder effectieve techniek die je vooral kan gebruiken voor de verwerking van grote gebeurtenissen of trauma en andere blokkades. Brainspotting werkt vanuit het z.g. dual attunement frame. Dat wil zeggen dat het contact met de therapeut zowel als het contact met de eigen binnenwereld als uitgangspunt wordt genomen. Verder werk ik met het lijf. Als er verbinding komt tussen het lichaam en het brein kan je ontladen. Dit doen we met ontspannende oefeningen, ademhaling, aanraking, werkelijk steun ervaren in je lijf.
Als we deze adaptaties in ons gedrag in het dagelijks leven gaan herkennen en gaan ontdekken wat we eigenlijk ontwijken in onszelf waardoor we in de problemen komen, kunnen we gaan zoeken naar wat wel functioneel is in het hier en nu.
Werken met liefdesenergie
Als je naar buiten gaat brengen wat je tot die tijd angstvallig verborgen hebt gehouden is het heel belangrijk dat je weet dat er ergens een veilige plek voor je is waar je welkom bent. En daar zit mijn kracht. Om zo’n veilige liefdevolle setting te creëren waarin mensen hun wonden kunnen helen. Net zoals ik zelf steeds onderzoek met mijn klus die ik in mijn leven te doen heb. Daarin kan ik mij met hen verbinden. Ik schrik niet zo snel van de verhalen van mijn cliënten. Omdat ik dat niet heb kan ik de nabijheid zoeken met mijn energie en de mensen welkom heten met hun boosheid en verdriet. Daarmee kan ik de aanraking zoeken met die mens zodat het kan gaan stromen. Dat is precies waar het over gaat. Die liefdesenergie die opent.
Ik maak de weg naar binnen steeds, op verschillende plekken. Dat blijft iedere keer weer belangrijk. Het wordt nu steeds meer mijn missie om de weg naar buiten te maken. Ik begeleid therapeuten en coaches met supervisie en workshops om dit aan hen over te brengen door het hen te laten ervaren. Theoretisch zijn ze vaak goed onderlegd. Maar dat aspect van werkelijk contact en het maken van een veilige liefdevolle bedding waar mensen zich echt welkom voelen, dat is iets wat ik wil doorgeven. Alleen binnen deze veiligheid kunnen mensen open maken wat verborgen is. Dit voelt soms als een strijd op leven en dood. Er is echt heel, heel, heel veel liefde, kennis, wijsheid en aandacht voor nodig om dat te helen.
Hierover gaat de 3-daagse workshop The Wounded Healer die ik met Piet Weisfelt heb ontwikkeld. Daar leer je hoe je met je eigen genezing en heling van beschadiging en trauma een helende bron kan zijn voor jou en je client. Pas als je zelf hebt ervaren wat het is om je heel boos, bang of verlaten te voelen kan je werkelijk compassie hebben voor waar mensen doorheen gaan en je met hen verbinden. Daar zit de sleutel tot heling.
Interesse in de 3-daagse workshop ‘De therapeut als helende bron’ (door Annebet Nolen) in januari en april? Neem contact met mij op.